Moderne methodes
Het aanvankelijk lezen start al in de kleutergroepen. Dit zijn voorbereidende leesactiviteiten waarbij kleuters kennismaken met boeken en andere vormen waarbij wordt gelezen. Ook worden structureel letters aangeboden, die het échte leren lezen in groep 3 gemakkelijker maken. In groep 3 wordt gestart met het technisch leesonderwijs. Dit doen we aan de hand van de methode “Veilig Leren Lezen”.
In de hogere groepen komt de nadruk te liggen op het begrijpend en studerend lezen. In de groepen 4 en 5 wordt gebruik gemaakt van de methode voortgezet technisch lezen: “Estafette”. Op school stimuleren wij het lezen door aan het begin van iedere middag 15 – 30 minuten stil te lezen en veel voor te lezen. Daarbij wordt gebruik gemaakt van de grote, actuele bibliotheek. Onder leiding van onze leescoördinatoren wordt deze beheerd door de leerlingen van groep 7 en 8.
Rekenen en wiskunde
Om goed te leren rekenen, heb je herhaling nodig in een duidelijke structuur. Voor rekenen gebruiken we de methode Getal & Ruimte Junior. Deze methode gebruikt een heldere gestructureerde rekendidactiek (hoe leer je de kinderen het rekenen?) met aandacht voor één onderwerp en duidelijke en altijd werkende strategieën (manier om iets uit te rekenen).
Elke dag is er tijd voor automatiseren en memoriseren. Kinderen krijgen dagelijks instructie en gaan in kleine stapjes van oefenen naar toepassen. Elke week wordt na het ophalen van de voorkennis veel aandacht aan de strategie besteed. Zo kunnen kinderen zich de rekenvaardigheid echt eigen maken voordat ze gaan toepassen. Dit toepassen gebeurt door middel van een stappenplan. In het basismateriaal is differentiatie binnen elke les en opdracht mogelijk. Leerlingen zien zelf welke opdrachten bij hun niveau en tempo aansluiten. Zo blijven ze gemotiveerd en uitgedaagd.
NB: voor ouders is het huidige rekenonderwijs niet altijd even inzichtelijk. Als u uw kinderen thuis wilt helpen, overleg dan altijd even met de leerkracht, dit voorkomt dat uw kind “in verwarring” raakt.
De leerlingen leren op onze school schrijven met de methode “Pennenstreken”. Het voorbereidend schrijven begint al in de kleutergroepen, waar veel aandacht wordt besteed aan de ontwikkeling van de fijne motoriek en de ruimtelijke oriëntatie. Vanaf de voorjaarsvakantie gaan we aan de slag met het voorbereidend schrijfschrift in de methode pennenstreken.
Vanaf groep 3 beginnen we met het aanleren van de letters en de juiste schrijfwijze ervan, wat later wordt uitgebreid met de verbindingen tussen de letters. Het lopend schrift (aan elkaar schrijven) wordt direct aangeleerd (i.p.v. eerst “blokletters” en daarna “lusletters”). In groep 7 maken we de overstap naar het blokschrift en de ontwikkeling van het eigen handschrift.
De creatieve vakken brengen een evenwicht in het lesprogramma. Niet alleen het leren behoeft de nodige aandacht, maar ook de creatieve vorming van de leerlingen. Ook voor tekenen, handvaardigheid en muziek worden methodes gebruikt. Leerkrachten kunnen activiteiten kiezen uit de methodes “123-zing” voor muziek en “Moet je doen” voor tekenen, handvaardigheid en drama.
Gesubsidieerd door de Gemeente Haarlemmermeer, kiest de school jaarlijks ook een aantal creatieve activiteiten uit het Gemeentelijke “Kunstmenu”. Hierbij moet gedacht worden aan activiteiten zoals drama, muziek, schilderen, tekenen, handvaardigheid en andere kunstuitingen. Het bezoeken van een voorstelling behoort ook tot de mogelijkheden.
Kinderen in de basisschoolleeftijd ontdekken de wereld vooral via hun lichaam, maar ze zitten op school per dag zo’n 5 uur stil. Wanneer je beweegt gaat er meer bloed en zuurstof naar je hersenen waardoor je met meer concentratie en rust tot leren kunt komen. Een samenwerking van beiden hersenhelften is hierbij een goed uitgangspunt. We gaan de graag bewegende rechter hersenhelft laten samenwerken met de gestructureerde linker hersenhelft om tot een optimale leeromgeving te komen. Op Het Braambos is een beleidsdocument in voorbereiding. We verwachten dit document in november (2023/2024) vast te stellen en vervolgens te starten met de implementatie van de dynamische schooldag.
Een dynamische schooldag is een schooldag waarbij zittend leren en bewegen regelmatig afgewisseld worden, zodat kinderen naast cognitieve inspanning ook voldoende beweging, ontspanning, fysieke inspanning en sociale momenten hebben. Die afwisseling kan zowel binnen als buiten school plaatsvinden. Belangrijk is dat leerlingen en leerkracht niet langer dan een half uur achter elkaar zitten. Tijdens de dynamische schooldag is het streven dat alle leerlingen minimaal 60 minuten bewegen.
Op school vertellen wij verhalen uit de Bijbel. Waarden en normen, ons gegeven door de verhalen uit de Bijbel, brengen wij graag over. Hiervoor gebruiken we de methode “Trefwoord” en "Wat een Verhaal". Deze verhalen staan altijd in een context van de dagelijkse praktijk en hebben vaak een thema. Dit thema duurt gemiddeld drie tot vier weken en is in de hele school gelijk. Het zingen van liedjes en met elkaar bidden is onderdeel van de methode. Wij verwachten dat alle leerlingen respectvol met onze uitingen van geloof omgaan. Ook wordt er ruime aandacht besteed aan de christelijke feestdagen zoals Kerst, Pasen, Hemelvaart en Pinksteren. In het vak wereldoriëntatie besteden we aandacht aan de andere wereldgodsdiensten en feestdagen.
Sinds 2006 is in de kerndoelen voor het basisonderwijs het onderdeel ‘Actief burgerschap en sociale integratie’ toegevoegd. Wij zien het als taak van de school kinderen op te voeden tot evenwichtige mensen, waarbij normen en waarden en respect voor elkaar het uitgangspunt zijn. Kinderen maken deel uit van een samenleving waarin zij goed met anderen om moeten kunnen gaan. Kinderen kunnen in de school oefenen in het leren samenleven met elkaar, waarbij gelijkwaardigheid een uitgangspunt is. In de lessen schenken wij aandacht aan bovengenoemde onderwerpen.
Burgerschap is een integraal onderdeel in ons lesmateriaal (kanjertraining, levensbeschouwing, verkeer en wereldoriëntatie) en geen los vak. Een uitspraak van onderwijsfilosoof Gert Biesta verwoordt dit goed: ‘Het gaat er niet alleen om hoe we de wereld in onze kinderen krijgen, het gaat er ook om hoe we onze kinderen kunnen helpen om de verbinding met de wereld aan te gaan en op die manier in de wereld te komen.
Wij streven naar een evenwichtige ontwikkeling van IQ en EQ van onze leerlingen. Daartoe geven we lessen in sociale vaardigheden. We zijn al ruim vijf jaar een Kanjerschool. In groep 1 tot en met 8 gebruiken we hiervoor de methode “Kanjertraining”.
Nederlandse taal
Taalontwikkeling begint al meteen na de geboorte van het kind. Het kind hoort de ander wat zeggen en probeert dit na te doen. Taalontwikkeling is dan ook niet beperkt tot het vak “taal”. Er is steeds sprake van interactie tussen volwassenen en kinderen. De bewuste taalontwikkeling is erop gericht dat kinderen hun mondelinge en schriftelijke taalvaardigheid vergroten, zodat ze in situaties die zich in het dagelijks leven voordoen, zodanig functioneren dat zij hun eigen gedachten, gevoelens en bedoelingen op passende wijze mondeling en/of schriftelijk kunnen uiten.
In de kleutergroepen zijn er veel taalspelletjes en kringactiviteiten gericht op taal, wordt veel tijd besteed aan woordenschat vergroten en voorbereidend lezen. We gebruiken LOGO 3000 in de groepen 1 t/m 5 voor de ondersteuning van kinderen in de belangrijkste fase van hun taalontwikkeling.
Vanaf groep 3 wordt er naast de kringgesprekken in de leesmethode systematisch aandacht besteed aan spelling en aan allerlei taaloefeningen om de schriftelijke en mondelinge taalvaardigheid te vergroten. Vanaf groep 4 tot en met groep 8 maken we gebruik van de methode “Taalactief taal en Taalactief spelling”. In de methode is veel aandacht voor de woordenschatontwikkeling, taalbegrip, mondelinge taalvaardigheid, taalregels (denk aan grammaticale regels en ontleden) en creatief taalgebruik. Vanaf groep 6 wordt op Het Braambos aandacht besteed aan boekbesprekingen, spreekbeurten en het maken van verslagen.
Vanaf groep 4 wordt er naast het technisch lezen lesgegeven in het vak begrijpend lezen. We gebruiken hiervoor de methode “Grip op lezen” in groep 4 tot en met 7. Deze methode gaat uit van het herhaald instrueren en inoefenen (automatiseren) van 7 leesstrategieën: doel bepalen, voorspellen, voorkennis ophalen, herstellen, vragen stellen, visualiseren, samenvatten.
Groep 7 en 8 werken met de methode “Leeslink”. Leeslink speelt in op wat er in de wereld gebeurt. Met elke week nieuwe teksten, opdrachten en filmpjes. Zo blijven de kinderen nieuwsgierig.
Kinderen leren om volgens verschillende strategieën informatie uit teksten te halen en te gebruiken.
Goed begrijpend kunnen lezen is een voorwaarde voor het verwerven van kennis bij andere vakken zoals geschiedenis en aardrijkskunde (onderdelen van Blink Wereld geïntegreerd)
Wereldoriëntatie
Op vele manieren wordt er gesproken over de wereld om ons heen en brengen we de leerlingen kennis bij over het heden en verleden van de aarde, bijvoorbeeld door middel van klassengesprekken, spreekbeurten, schooltelevisieprogramma’s, projecten en werkstukjes.
We werken met het lesmateriaal van Blink Wereld geïntegreerd. Deze methode is gebaseerd op onderzoekend, ontdekkend en ontwerpend leren. De 21e eeuwse vaardigheden, zoals samenwerken, kritisch denken en informatievaardigheden, komen uitgebreid aan bod. Blink Wereld is erop gericht om kinderen nieuwsgierig te maken naar de wereld en ze vooral veel zelf te laten ervaren en ontdekken. Wanneer kinderen zelf actief bezig zijn, krijgt de leerstof meer betekenis en onthouden ze het beter. Ze krijgen hierdoor een goede kennisbasis mee en ontwikkelen de vaardigheden die ze in het voortgezet onderwijs en in hun latere leven nodig gaan hebben.
Per jaar werken de kinderen aan vijf grote thema’s over de wereld, waarin de vakken aardrijkskunde, geschiedenis, natuur, techniek en burgerschap geïntegreerd aan bod komen. In deze thema’s krijgen de kinderen een basis aan kennis aangeboden en krijgen ze de ruimte om zelf te onderzoeken wat ze interessant vinden. Na een gezamenlijke introductie van het thema, volgen er vier geleide onderzoekslessen waarin zowel kennis als vaardigheden aan bod komen. Daarna doen de kinderen een ‘test jezelf’ en vervolgens gaan ze aan de slag met een eigen onderzoek. Dat kan zelfstandig, in tweetallen of in groepjes zijn. Bij elk thema werken ze naar een gezamenlijk eindproduct toe, bijvoorbeeld een informatiemarkt over aardse extremen, een experimenteel gerecht of een partijprogramma. In de eindpresentatie leren de kinderen ook van wat hun klasgenoten hebben uitgezocht.
Bewegingsonderwijs
In de groepen 1 en 2 staat bewegingsonderwijs dagelijks op het programma. Dit kan, afhankelijk van het weer, buiten worden gegeven of in de speelzaal. De leerkrachten observeren o.a. de motorische ontwikkeling van de kinderen en het samen spelen. Voor de gymlessen van groep 1 en 2 zijn gymschoenen wenselijk. Die schoenen blijven op school in een eigen gymtas.
Voor de groepen 3 t/m 8 wordt per jaar door de vakleerkracht een jaarrooster gemaakt, waarop alle onderdelen van gymnastiek en spel aan de orde komen. De vakleerkrachten observeren en beoordelen de leerlingen aan de hand van leerlijnen bewegingsonderwijs. Ook de inzet en sportief gedrag van de kinderen wordt door de leerkrachten gevolgd.
De leerlingen van groep 3 t/m 8 gymmen twee keer per week in de sportzaal in het hoofdgebouw. Zij hebben hiervoor speciale gymkleding en schoenen nodig. Het gymrooster wordt altijd voorafgaand aan het nieuwe schooljaar bekend gemaakt.
Bij gezond gedrag gaat het om aandacht voor lichaamsverzorging, zoals het handen wassen na een bezoekje aan het toilet, mondhygiëne, voeding, aandacht voor geestelijke en sociale gezondheidsaspecten, zoals taalgebruik en het omgaan met elkaar en aandacht voor de woon- en leefomgeving. Aandacht voor deze doelen is er vooral in de vorm van projecten zoals het schoolontbijt of een bezoek van een tandarts in de klas.
De school beschikt over een groot aantal Chromebooks (170) en Tablets (20). Alle leerlingen vanaf groep 1 beschikken over eigen inloggegevens voor onze Office 365-omgeving. We streven ernaar dat alle kinderen (inclusief de kleuters) regelmatig op de computer verwerkingsopdrachten maken. De educatieve software op het gebied van taal, rekenen en woordenschat-onderwijs vormt een onderdeel van de lessen. Ook via internet is veel educatief materiaal te vinden. Spelenderwijs worden de leerlingen op deze wijze vertrouwd gemaakt met de computer en zijn mogelijkheden. Met regelmaat geven we aandacht aan programmeren en coderen. Naast de inzet van ICT bij het aanbieden van de lesstof, geven we de kinderen ook opdrachten om hun eigen ICT-vaardigheden te vergroten. Denk hierbij aan het typen en opmaken van een zelfgeschreven verhaal in Microsoft Word.
Kinderen zijn nog volop in ontwikkeling en moeten nog veel leren over het verkeer. Met het materiaal van VVN helpen we kinderen om veilige en zelfstandige verkeersdeelnemers te worden. En we zorgen dat ze op een veilige manier 'wegwijs' kunnen worden.
Terug naar invulling onderwijstijd